De verduurzaming van de Oosterkerk

In december kunnen we effecten van de isolatieproef tonen.

Zoals eerder gemeld is er tussen de noordmuur (aan het Grote Oost) en het eerste spant boven op het gewelf isolatie aangebracht. Het effect daarvan is goed zichtbaar door middel van infrarood foto’s van het gewelf. Dat zijn foto’s van de binnenkant.

Hier zien we het gewelf tussen het eerste en tweede spant. En boven het orgel (net zichtbaar) het geïsoleerde deel. Hoe donkerder hoe kouder. Het donkere deel is 9,9 graden.

Hier zien we het stuk tussen noordmuur en eerste spant. De temperatuur is 14,2 graden.

Dit betekent dat er veel minder energie verloren gaat in dit geïsoleerde deel van het gewelf.
Hoeveel dat is valt nog moeilijk te zeggen. We zien de oppervlakte temperaturen. Wat we niet zien is het verlies door tocht die in het niet geïsoleerde deel tussen de planken doorwaait en in geval van de isolatie niet. Hier kunnen we pas uitspraken over doen als het hele gewelf is geïsoleerd en na een koude maand. Dan kunnen we met behulp van vergelijkbare maanden en het systeem van graaddagen een uitspraak doen over hoeveel verbetering is opgetreden.

In oktober zijn we gaan testen of het mogelijk is de isolatie van het gewelf netjes tussen de spantjes en het dak en het gewelf te krijgen.

De isolatie moet dus tussen de spanten, via een smalle opening worden geplaatst. Daarvoor moesten een aantal planken worden losgemaakt. De isolatie wordt in stroken geknipt, vervolgens wordt er een lijntje met gewicht langs de planken naar beneden gebracht, daar wordt de isolatie aan vast geklemd en naar boven getrokken.

Bij het openmaken van het gewelf was er ook gelegenheid om de voet van de spanten te inspecteren. Zoals te lezen is in de vorige nieuwsbrief viel dat niet mee. Het hout was aangetast en is gelijk behandeld. Het betekent wel dat we rekening moeten houden met verdere vertraging door aantasting.

Van bovenaf gezien

En nu met isolatie

Wel we kunnen stellen dat de proef geslaagd is: het is goed mogelijk de isolatie er netjes tussen te krijgen.
De volgende fase is een offerte voor het afmaken van de inspecties en isolatiewerkzaamheden opdat subsidie kan worden aangevraagd.

Hieronder het bericht van september 2023
De strijd tussen tocht, kou en energie. De Oosterkerk is groot, hoog en meer dan 500 jaar oud. Dat voorspelt weinig goeds voor de energie die nodig is om de kerk te verwarmen – en koeler te houden tijdens een hittegolf bijvoorbeeld. Daarbij geldt: meten is weten, dus dat doen we ook.
Deelproject: isolatie van het gewelf
Er is een uitgebreide analyse gemaakt van waar de energie die de kerk nodig heeft om verwarmd te worden naartoe verdwijnt. Rond tweederde van alle energie uit – nu nog – het gebruikte gas verdwijnt door tocht. En verreweg het meeste daarvan door het gewelf. Dus ligt het voor de hand om hier iets aan te gaan doen.

Zo ziet dat gewelf eruit:

Planken en spanten binnen        

Kieren vanuit de zolder  

Halfronde balkjes boven

Balkwerk

Het gewelf, zoals van binnen zichtbaar, bestaat uit horizontale houten planken met veel kieren. Aan de onderzijde staan er spanten. Aan de bovenzijde, dus op zolder, zijn de planken bevestigd aan balkjes die halfrond lopen. Die spanten en balkjes lopen vanaf de ene muur helemaal tot aan de andere muur. De balkjes liggen circa 40 cm van elkaar en de balkjes en spanten worden op hun plaats gehouden door een netwerk van balken boven de spanten.

Omdat de spanten halfrond lopen en het dak recht is, naderen dak en spant elkaar tot ongeveer 20 cm. De isolatie moet dus tussen de spanten, via een smalle opening worden geplaatst. En de constructie is uit de 16e eeuw: niets is recht of evenwijdig.

                                                                         

De eisen aan de isolatie
Bij het nadenken en brainstormen over isolatie kwam een bonte verzameling eisen om de hoek kijken. Zoals dat de isolatie:

  • brandvertragend moet zijn,
  • waterafstotend moet zijn in verband met kans op stuifsneeuw vanonder het dak,
  • bestand moet zijn tegen rot en schimmel,
  • wegneembaar moet zijn voor controle op houtworm en boktor,
  • zoveel mogelijk van de het gewelf moet bedekken,
  • de ‘voet’ van het gewelf niet mag raken, in verband met condensvorming,
  • aangebracht moet kunnen worden en dat is geen makkelijke opgave,
  • akkoord wordt bevonden door de afdeling Erfgoed en de RCE.

Ontwerp van de oplossing
Na gesprekken met deskundigen op isolatiegebied, van de RCE en van de afdeling Erfgoed is een keuze gemaakt voor het materiaal. Verder is besloten een test te doen, waarbij in een hoek van de kerk de onderste planken worden losgemaakt. Daar gaan we proberen de isolatie aan te brengen. Ook kijken we of er een luik kan komen om de voeten van de spanten te kunnen inspecteren op ongewenste zaken. Een oude wens van de Monumentenwacht.

Conclusie
Verduurzaming van de Oosterkerk is een langjarig project. Want na isoleren van het gewelf, komen er nog veel andere zaken aan de orde. Bijvoorbeeld verdere isolatie, een duurzamere manier van verwarmen en uiteindelijk misschien wel aan andere bron van energie.