Interview: Eddy Boom in gesprek met Marije Wolfswinkel

In 2015 kwam glazenier Marije Wolfswinkel bij ons in beeld toen Dick Louwman en ik haar, namens het bestuur, kwamen vragen of ze in de Oosterkerk een glas-in-loodraam wilde maken. Het zou het prachtige raam ‘Ode aan Hoorns Maritiem verleden’ worden, ontworpen door Peter Dorleijn.

Weet je nog jouw eerste reactie op het bericht dat jij uitverkoren was?

Ja, volgens mij zei ik dat het mijn Magnum Opus zou worden, ik had nog nooit zo’n grote opdracht gekregen en voelde me zeer vereerd.

En de hele familie  werkte mee aan de onthulling van het raam op 28 oktober 2016?

Ik moest het doek voor de onthulling regelen en ik heb uren met mijn vader zitten sparren over hoe dat het mooiste naar beneden kon vallen. Uiteindelijk is mijn vader zelf de steiger opgeklommen om het systeem samen met mij op te hangen. Ik vond het maar eng om hem op die hoogte te zien!

Op 9 november 2016 werd je genomineerd voor  de Glas Award prijs van Nederland. De prijs ging echter naar Museum Voorlinden in Wassenaar. Je was, zoals het hoort, teleurgesteld, want jij was de enige met een met de hand gemaakt kunstwerk. Is vanaf die tijd je roem als glazenier wel gestegen?

Ja hoor dat klopt zeker. Er was veel publiciteit rondom deze nominatie, mede door de inzet van Hans Rijswijk die de grote initiator was van deze actie. Het was leuk om oud minister Maxime Verhagen (toentertijd voorzitter van Bouwend Nederland) de hand te mogen schudden.

Een jaar later mocht je van het bestuur het roosvenster ontwerpen. Op deze manier kwam je kunstenaarschap nog beter voor het voetlicht.

Tijdens de viering van het 500-jarig bestaan in 2019 werd het raam op ludieke wijze onthuld. In drie jaar tijd had je twee glas-in-loodramen  tegenover elkaar gerealiseerd. Dacht je toen: nou, dat is het wel? Ik heb nog meer werk te doen, elders?

Ja, dit had ik allemaal zeker niet verwacht en jullie als kerkbestuur ook niet volgens mij. Ik had het inmiddels wel veel drukker gekregen met mijn atelier ‘Lichtraamwerk’ en had al mensen aan het werk. Genoeg te doen dus, maar voor de Oosterkerk maak ik altijd tijd. En er blijft altijd wat te doen aan jullie ramen!

Eerst kwam in 2021 het raam dat ontworpen is door Joost Swarte: ‘Over Vloed in Hoorn’ en vorig jaar het raam ‘Handel en Nijverheid in Hoorn’ naar een ontwerp van Frans van Leeuwen. Beide ramen zijn totaal verschillend in techniek. Wat zijn voor jou de grootste verschillen?

Het is een verschil van dag en nacht. Bij het raam van Joost Swarte is al het glas met de hand gesneden, dus daar zitten veel meer arbeidsuren in. Het glas van Frans van Leeuwen is geprint, gebrand en met de waterjet uitgesneden, een hybride raam dus, want het is wel met de hand in elkaar gezet. En dat was wel heel leuk om te doen, het paste allemaal perfect natuurlijk. Overigens heb ik aan het raam van Joost Swarte wel het meeste plezier gehad omdat die grappige cartoons zo verrassend werken. Mijn lievelingsstukje zit links onderin, waar je een ansjovis-visser weerspiegeld ziet in de Zuiderzee.

Intussen mocht je een megaklus in Alkmaar verrichten aan de Sint Laurentiuskerk, een grote en monumentale kerk. Wat hield dat werk voor jou in?

In 2019 en 2020 hebben wij daar twee grote restauraties gedaan van elk vijf vensters van het Noord- en Zuidtransept voor de firma Pronk uit Warmenhuizen. En afgelopen zomer mochten Lot en ik ook helpen bij het plaatsen van het Grote Raam van Fiona Tan. Dat was natuurlijk ook weer prachtig. Daar hebben wij veel geleerd van de Duitsers van Derix Glasstudios qua technieken. Ook hebben wij vele avonden gezelligheid en ervaringen uitgewisseld, want er is niets leukers dan liefde voor het vak delen met gelijkgestemden.

En dan, in 2024,  een nieuw project in de Oosterkerk. Inmiddels is dit je vijfde glas-in-loodraam. Bijzonder was de samenwerking met ontwerper Sefanja Nods, met wie elders op deze site ook een interview staat. Hoe was jullie werkverdeling?

In het begin was het aftasten wie Sefanja was. Zij wilde graag komen helpen met de uitvoering en ik dacht: we zullen wel zien. Maar ze had haar ontwerp heel mooi voorbereid en op de grond uitgelegd in haar toenmalige atelier bij Kees Leegwater in huis. Het was ook leuk om haar mecenas daar nog te ontmoeten en zijn ‘boevige’ uitstraling te zien. Maar wat was hij trots op haar. Dit kerkraam is ook bijzonder omdat Kees op een gegeven moment overleed en ik Sefanja ook in tranen leerde kennen om haar goede vriend. Zij stelde haar werkzaamheden uit omdat zij eerst zijn uitvaart moest regelen. Het klikte goed tussen ons. Toen ze eindelijk kon beginnen, verbleef ze met haar liefste Wouter (RIP) in de boot in Broek op Langedijk in de haven en de hele zomer is ze op de fiets naar het atelier gekomen om te schilderen. Dat vond ik zo ontzettend leuk!

Onze band is enorm gegroeid en ik kan wel zeggen dat wij goed bevriend zijn geraakt en dat wij alles met elkaar kunnen bespreken. Op dit moment staat het kerkraam klaar in kisten, maar zij komt nog steeds naar het atelier voor een andere schilderopdracht die wij inmiddels hebben gekregen. Ik hoop nog op een lange samenwerking met haar.

Inmiddels is Lot, je zoon, ook betrokken bij je werk. Dat moet  wel heel apart zijn, moeder en zoon aan de zelfde klus.

Ach, je moest eens weten hoe trots ik soms op dat joch ben. Maar hij is nog maar 21 en moet nog veel van zichzelf en de wereld leren. Hij weet ook nog niet of hij wel glazenier wil worden in de toekomst en houdt nog vele opties open. Voor nu ben ik heel dankbaar voor zijn werkzaamheden en de band die dat tussen ons creëert. Hoewel ik het soms ook ontzettend ingewikkeld vind om moeder en werkgever te zijn voor die ‘GenZ-er’ …

Marije in atelier

Marije in de kerk met zoon Lot