Van de voorzitter: Applaus of geen applaus

Op 4 mei hield  Kholoud Al Mobayed, oud-wethouder en nu raadslid in Hoorn,  op verzoek van het Comité 40-45 Hoorn de jaarlijkse toespraak voor de Grote Kerk, na afloop van de Stille Tocht.

Toen ik voorzitter werd van het Comité in 2007, was ik van oordeel dat de Stille Tocht afgerond kon worden door het houden van een toespraak. Ogenschijnlijk een tegenstelling, stil, tijdens de Tocht, en toch spreken, voordat de bloemen neergelegd mochten worden bij het oorlogsmonument. Niet iedereen was het toen met mij eens: Een Stille Tocht, hoort tot het einde stil te zijn.

Het motto van de  toespraak van Kholoud was: Oorlog eindigt nooit.
Aan het eind van haar  emotioneel  verhaal en persoonlijke belevenissen  in haar geboorteland Syrië, zei zij: Ik heb geleerd in Nederland en in mijn carrière, dat na elke toespraak die ik gaf er een applaus volgt en dat dit applaus een vorm van respect en waardering is. En ook: Ik weet dat het absoluut niet gebruikelijk is om de 4 mei de toespraak af te sluiten met een applaus.
Vervolgens gaf zij vijf redenen op om bij deze gelegenheid wél te klappen voor elk slachtoffer van de Tweede Wereld Oorlog, voor slachtoffers in andere oorlogen, voor iedereen die een dierbare mist door een oorlog en voor alle generaties daarna. En tenslotte als teken van saamhorigheid en gemeenschappelijkheid.
Al Mobayed eindigde met de woorden: Maar applaudisseren doen wij niet op 4 mei. De talrijke toehoorders begrepen haar boodschap; zij applaudisseerden niet.

Hoe anders was dat twee jaar geleden toen Marian Vleerlaag de toespraak verzorgde. Zij kreeg een daverend applaus. Misschien was de oorzaak dat er daarvoor vanwege de coronaperikelen twee jaar lang geen publiek aanwezig mocht zijn tijdens de plechtigheid op 4 mei en werkte het applaus als een soort bevrijding en ontlading: wij mogen weer.
Ook Wouter Hakhoff kreeg applaus en, vooral achteraf, veel commentaar op zijn toespraak. Wel of geen applaus? Het blijft een ongemakkelijke keuze in een aantal situaties.

In 2016 kregen de 298 slachtoffers van de ramp met de MH17 een ovationeel applaus langs de hele route die de talrijke begrafenisauto’s aflegden. Dat zij bloemen toegeworpen kregen, vond ik vanzelfsprekend, maar een applaus?
Op 6 april reed Ronald Witteveen, oud wethouder,  naar zijn laatste rustplaats. Het was midden in coronatijd. Veel mensen stonden op straat en applaudisseerden toen zijn auto langsreed. Ik begreep het niet, want hadden diezelfde mensen dat ook gedaan bij de gebruikelijke bijeenkomst? Ik voelde mij toen ongemakkelijk.  Er was niet om gevraagd, dat deed men spontaan en als er geklapt wordt, klap je al snel mee.

Afgelopen jaar was in de Oosterkerk eerst de uitvoering van de Mattheus Passion, een week later gevolgd door de Johannes Passion. Na afloop was er bij beide uitvoeringen een ovationeel applaus.
In Lochem, Gelderland was vooraf gevraagd niet te applaudisseren, want De Matthäus moet sober zijn in een kerk op een keiharde bank.

Kholoud Al Mobayed heeft gelijk: je klapt voor elkaar, als een teken van saamhorigheid en gemeenschappelijkheid. Tenzij er nadrukkelijk gevraagd is dat niet te doen. Dan beleef je het in stilte.

Eddy Boom
voorzitter

  • Leo Bot in de Oosterkerk

    Leo Bot in de Oosterkerk

    Sinds enige weken hangen er retroschilderijen van Leo Bot in de Oosterkerk, in het…Lees verder

  • Een aanwinst voor de Oosterkerk

    Een aanwinst voor de Oosterkerk

    Sinds enige tijd hangt in het voorhuis van het Claes Joest Huys een nieuw…Lees verder

  • In memoriam Ad Buur

    In memoriam Ad Buur

    Op woensdag 5 juni jl overleed Ad Buur op een leeftijd van bijna 84…Lees verder